Manillen 

Manillen wordt over het algemeen gespeeld met vier spelers waarbij de spelers die gekruist tegenover elkaar zitten een team vormen. Er wordt gespeeld met 32 kaarten, de zogenaamde piketkaarten (7 tot aas). Alleen is de 10 (de manille) in dit spel hoger dan de Aas.

Het spel kent enkele eenvoudige basisregels die je bekend zullen voorkomen als je het spel Klaverjassen kent. Zo moet er altijd gevolgd worden. Dit betekent dat je kaarten met dezelfde kaartkleur moet opgooien als waarmee is uitgekomen. Kan je dat niet, dan moet men kopen (= troeven). Een gekochte kaart is altijd hoger dan eender elke andere kaart. Onderkopen is niet toegestaan, tenzij je niet anders kan.

Ligt de slag voorlopig voor jouw team, dan moet je niet hoger gooien of boventroefen. Dan mag je gewoon vetten. Dit betekent een willekeurige hoge kaart opgooien. Dit is echter enkel interessant als je zeker bent dat jouw team de slag haalt.

Voorbereiding

De 32 kaarten worden verdeeld over de vier spelers. Dit wordt voorafgegaan door schudden en de mogelijkheid van de vorige speler om kaarten af te nemen die vervolgens onderaan worden gelegd. De kaarten worden gedeeld volgens 2-3-2. De deler mag tevens een troefkleur bepalen.

Spelverloop Manillen

Het spelverloop van Manillen is erg eenvoudig. De speler links van de deler komt uit en er wordt met de klok mee gespeeld. Tijdens een slag wordt er elk op zijn beurt een kaart gespeeld. De speler die uitkomt bepaalt de kaartkleur en de andere spelers zijn verplicht deze te volgen. Wordt er een kaartkleur gespeeld die je niet meer in je handen hebt, dan ben je verplicht om te troeven. Kan je dit ook niet, dan gooi je een willekeurige kaart.

Met een willekeurige kaart kan je geen slag winnen. De slag wordt gewonnen door de speler die de hoogste kaart speelt of de hoogste troef. Troef haalt het altijd boven het volgen van de kaartkleur. Indien je team momenteel de slag niet haalt, moet je hoger gooien dan de laatste kaart, indien je kan.

In totaal bestaat een ronde uit 8 slagen. Daarna worden de punten geteld.

Winnaar Manillen

Bij Manillen wordt er gespeeld tot 101. Het eerste team dat deze scoort haalt heeft dus gewonnen.

Puntentelling

Na iedere ronde worden de punten geteld.

  • Tien (manille): 5 punten
  • Aas: 4 punten
  • Heer: 3 punten
  • Vrouw: 2 punten
  • Boer: 1 punt

Per ronde is er dus een totaal van 60 punten dat kan worden verdiend. Het team dat minstens 31 punten heeft behaald, wint dus deze ronde. Vervolgens worden alle punten boven de 30 aan hun totaal toegevoegd.

Presidenten

Presidenten kan met minstens twee spelers worden gespeeld en heeft als doel om als eerste uit te zijn. Wie als eerste uit is, wordt in de volgende ronde tot President benoemd en krijgt bijkomende voordelen. De laatste speler daarentegen wordt gedegradeerd tot ´strontje´ en zal in de volgende ronde zijn of haar twee beste kaarten moeten afstaan aan de president. Omgekeerd zal de president twee willekeurige kaarten afgeven die hij of zij kwijt wil.

Voorbereiding

Presidenten wordt gespeeld met een klassiek spel kaarten waarbij de twee jokers optioneel kunnen worden gebruikt.

Spelverloop Presidenten

De volgorde van de waarde van de kaarten is anders dan bij de meeste kaartspellen. Zo is 3 de laagste waarde is de 2 de hoogste waarde, gevolgd door de aas. Indien er wordt beslist om met jokers te spelen, zorgt een enkele joker ervoor dat de speler de slag haalt.

Eerste ronde

In de eerste ronde begint iedere speler als burger en heeft niemand dus een bijkomend voor- of nadeel. Een willekeurige speler deelt de kaarten terwijl de speler met de meeste drieën mag beginnen.

Opleggen van kaarten

Om een slag te halen moet je ervoor zorgen dat niemand hogere kaarten speelt dan jij. Bij het spelen van kaarten telt enkel de waarde, de soort kaart (ruiten, klaveren, schoppen en harten) heeft geen functie.

De beginnende speler mag dus beslissen welke waarde van kaarten en hoeveel kaarten hij gooit van dezelfde waarde. Komt de eerste speler een 4 uit, dan moet de volgende speler minstens een 5 spelen. Kan of wil hij niets spelen, dan moet hij passen en is hij uitgeschakeld voor deze slag. De beurt eindigt wanneer iedereen heeft gepast.

Meerdere kaarten spelen

De beginnende speler kan er ook voor kiezen om meerdere kaarten uit te komen. Dit moeten wel kaarten met dezelfde waarde zijn (bijvoorbeeld drie vijven). De volgende spelers moeten dan hoger gooien en dezelfde hoeveelheid kaarten. Dat kan dus bijvoorbeeld één 8 zijn, maar evengoed twee ´3en´. De volgende speler moet kaarten spelen die hoger zijn en dezelfde hoeveelheid kaarten.

De rol van kaart 2

Bij Presidenten is de 2 de hoogste waarde (op de joker na). De 2 kan tevens worden ingezet ter vervanging van eender welke andere waarde. Heeft een speler bijvoorbeeld drie vijven gegooid en heb je slechts twee zevens, dan kan een twee worden toegevoegd aan je set. Deze heeft dan de waarde van drie zevens.

De rol van de joker

Jokers kunnen optioneel worden gebruikt bij Presidenten. Een enkele joker gooien volstaat om de slag binnen te halen en bij de volgende slag dus uit te mogen komen.

Benamingen van spelers

Vanaf de tweede ronde krijgen sommige spelers een andere benaming. De winnaar van de vorige ronde wordt benoemd tot president. De tweede speler die uit is wordt vice-president.

De laatste speler in de vorige ronde wordt gedegradeerd tot ´strontje´ of ´kuisvrouw, terwijl de voorlaatste speler ´slaaf´ of ´conciërge´ wordt. Alle andere speler die niet bij de eerste of laatste twee zijn geëindigd, blijven burger.

Winnaar Presidenten

Het spel Presidenten kun je blijven spelen zolang je wil. Na iedere ronde wordt de ronde tot President benoemd en krijgt hij de twee beste kaarten van de laatste speler. Zelf geeft hij twee kaarten weg die hij kwijt wilt.

De speler die als tweede uit is (vice-president) krijgt de beste kaart van de voorlaatste speler. Zelf mag hij ook een kaart weg geven die hij kwijt wilt. De rest van de spelers blijven gewoon burger en behouden hun kaarten.

Hoe hoger je ranking, hoe meer voordeel je dus krijgt in de volgende ronde.

Chinees poepen

Het doel van chinees poepen is erin slagen om juist te voorspellen hoeveel slagen je zal halen in iedere ronde. Juiste voorspellingen leveren je punten op, terwijl verkeerde voorspellingen je met strafpunten opzadelt. Het spel wordt gespeeld met 3-8 spelers en bestaat uit 17 rondes. Bij het Vlaamse Chinees poepen is dit minder omdat de tussenronde van het maximaal aantal kaarten zonder troef wegvalt. Speel je met een grote groep dan wordt het aantal rondes bepaald door het maximaal aantal kaarten waarmee gespeeld kan worden.

Spelverloop chinees poepen

Chinees poepen bestaat uit 17 rondes. In de eerste ronde wordt met één kaart gespeeld, in de tweede met twee, enz.. In rondes 8, 9 en 10 wordt er gespeeld met telkens acht kaarten. Alleen wordt er in ronde 9 niet met troef gespeeld. Na ronde 10 wordt het aantal kaarten weer afgebouwd tot de laatste ronde opnieuw met één kaart wordt gespeeld. Wanneer met een grote groep wordt gespeeld wordt het maximaal aantal kaarten waarmee gespeeld wordt, bepaald door in hoeverre het mogelijk is kaarten te delen.

Bieden op slagen

Nadat de kaarten zijn gedeeld, moet iedere speler bieden op het aantal slagen hij of zij denkt te halen. Dit gebeurt met de klok mee. In ronde één kan dus enkel worden geboden op één of geen slag. Vanaf het moment dat er wordt gespeeld met minstens drie speelkaarten per speler, mag het totaal geboden aantal slagen niet gelijk zijn aan het aantal speelkaarten per speler. Het kan dus gebeuren dat de laatste speler niet kan bieden op de hoeveelheid slagen die hij voor ogen had.

Bijvoorbeeld in ronde 7 wordt gespeeld met zeven speelkaarten. Als de eerste spelers samen 5 slagen hebben geboden, dan mag de laatste speler geen twee slagen bieden.

Het spel

Het spel wordt gespeeld met alle normale kaarten van een regulier kaartspel, waarbij de hoogste kaart de aas is en de twee de laagste. Speel je met minder dan vier spelers, dan kan je ervoor kiezen om de laagste kaarten uit het spel te halen om het maximaal aantal kaarten (en dus rondes) te beperken.

Iedere ronde (behalve ronde 9) wordt gespeeld met een troef (klaver, harten, schoppen, ruiten en sans). Deze wordt bepaald door de speler die het hoogst aantal slagen biedt.

Bij de eerste slag wordt iemand gekozen die mag beginnen. Vervolgens is het altijd de persoon die de slag haalt, die uitkomt. Spelers moeten altijd kleur bekennen. Kan dat niet, dan zijn ze niet verplicht om een troef te spelen.

Bij Chinees poepen worden de rondes met één speelkaart blind gespeeld. Spelers krijgen hun eigen kaart niet te zien, maar wel die van hun tegenspelers. Hiervoor moeten ze deze met de prent naar voren op hun voorhoofd houden.

Score chinees poepen

Chinees poepen wordt gespeeld in 17 rondes. Na de laatste ronde wint de speler met het hoogst aantal punten. Na iedere ronde kun je punten en strafpunten verdienen.

Een juiste voorspelling van het aantal slagen levert de speler 10 punten op (ook als hij heeft voorspeld dat hij geen slag zal winnen). Per gewonnen slag krijgt hij ook nog eens 2 extra punten.

Heb je het aantal slagen verkeerd voorspeld? Dan krijg je twee strafpunten per verschil tussen voorspelling en uitkomst. Heb je voorspeld dat je vier slagen zou winnen, maar heb je er uiteindelijk maar drie? Dan krijg je dus twee strafpunten.

Zenuwen 

Spelregels Zenuwen

Zenuwen is een kaartspel zonder beurten. Je legt dus de hele tijd de kaarten af die je kan tot je er geen meer over hebt. De speler die als eerste alle kaarten kwijt is, is gewonnen. In bepaalde regio´s wordt het extra moeilijk gemaakt door slechts met één hand het spel te spelen.

Bij meer dan drie spelers, speel je het best met twee spellen kaarten.

Spelverloop Zenuwen

De kaarten worden verdeeld over de spelers. Is er een kaart over dan kan deze worden opzij gelegd of gegeven aan de winnaar van de vorige ronde. Vervolgens maakt iedere speler vijf stapels voor zich. De eerste bestaat uit één kaart, de tweede uit twee, enz. De bovenste kaart van iedere stapel is omgedraaid en dus zichtbaar.

De rest van de kaarten wordt gesloten op tafel gelegd als stock. Iedere speler heeft een eigen stapeltje.

Twee kaarten met dezelfde waarde mogen op elkaar gelegd worden zodat een nieuwe kaart gedraaid kan worden.

Kaarten leggen

Om het spel echt te laten starten wordt een kaart van het stapeltje zichtbaar gelegd tussen de stapels in. Hierop kun je je eigen speelkaarten neerleggen. De waarde van de kaarten moet opeenvolgend zijn (zowel omhoog als omlaag). De kleur van de kaarten doet er niet toe. De aas is zowel een 1 als de hoogste kaart.

Wanneer niemand meer kan aanleggen, wordt een volgende kaart gedraaid van de stapel. Zo wordt een nieuwe stapel begonnen om opnieuw kaarten op te leggen.

Als er een van de vijf stapels volledig opraakt, mag je daar de zichtbare kaarten van een andere stapel leggen.

Winnaar Zenuwen

Een ronde is voorbij wanneer een speler als eerste zijn vijf stapels heeft weggewerkt. Alle spelers moeten op dit moment zo snel mogelijk op een stapeltje met gespeelde kaarten slaan. Deze kaarten worden dan aan de stock toegevoegd en spelers maken nu weer 5 stapeltjes.

Je bent winnaar van het spel Zenuwen als je na het maken van de vijf stapeltjes geen kaarten meer in je stock hebt en de ronde die er gespeeld wordt wint. Je slaat dan op een leeg stapeltje kaarten.

Peike zot verjagen

Spelverloop

Zwartepieten is een kaartspel dat gespeeld wordt met alle kaarten, behalve de klaverboer (dus 31 kaarten).

De kaarten worden geschud en uitgedeeld onder alle spelers. Als iemand twee kaarten van dezelfde waarde en kleur heeft, legt hij deze open op tafel. Als iedereen dit gedaan heeft, dan moet de linkerbuurman van de gever bij hem ongezien een kaart trekken. Als dit een kaart van dezelfde waarde en kleur is als een van zijn eigen kaarten, dan moet hij deze ook open voor zich op tafel leggen. Als het een andere kaart is, moet hij deze bij zijn andere kaarten stoppen. Vervolgens moet hij zijn linkerbuurman bij hem een kaart laten trekken. Zo wordt er doorgespeeld totdat er nog maar één kaart over is. De speler die die boer overhoudt, is dan de zwartepiet en verliest het spel.

In Indonesië is dit spel ook bekend en wordt het swartepit genoemd.

Solitaire

Patience wordt ook wel ‘Solitaire’ genoemd. Het is een kaartspel dat je alleen kunt spelen. De naam solitaire zegt het al. Hoewel het een spel is dat bekend staat om zijn virtuele versie, is het ook mogelijk om dit met een echte stapel kaarten te spelen. Als je dit wilt leren, leg ik je de Patience spelregels hieronder stap voor stap uit.

Het doel van Patience is om 4 stapels kaarten te vormen voor elk symbool. Dus een rij voor schoppen, harten, ruiten en klaveren. Deze rijen moeten in oplopende volgorde, dus van aas tot koning, worden gelegd. Dus elke stapel moet beginnen met een aas.

Hoe speel je Patience?

Patience wordt gespeeld met 52 kaarten. Deze schut je even goed door elkaar. Van de stapel van 52 kaarten, haal je er 28 af die je gaat verdelen over 7 kolommen op je speelveld.

Beginnend van links naar rechts:

  • De 1e kolom bestaat uit één open kaart.
  • De 2e kolom bestaat uit één gesloten kaart, met de afbeelding naar beneden, waarop je een tweede kaart legt die open ligt. Dus met de afbeelding naar boven.
  • De 3e kolom bestaat uit twee gesloten kaarten met daarop weer één open kaart.
  • De 4e kolom bestaat uit 3 kaarten met de afbeelding naar beneden en één kaart met de afbeelding naar boven.
  • De 5e kolom bestaat uit 4 gesloten kaarten en een open kaart.
  • De 6e kolom bestaat uit 5 gesloten kaarten en een open kaart.
  • De 7e kolom bestaat uit 6 gesloten kaarten en een open kaart.

Je hebt nu een mooi speelveld gecreëerd en hebt 24 kaarten over. Deze kaarten leg je op een stapel met de afbeeldingen naar beneden. Deze stapel zal gaan dienen als reservestapel. Je noemt dit ook wel de stock. Hier pak je kaarten af als je even niet verder kan.

Patience spelregels

De bedoeling van het spel is dus bovenaan het spel 4 aflegstapels te vormen (elke stapel bevat kaarten van hetzelfde symbool) gerangschikt in oplopende volgorde: Aas, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, boer, vrouw, koning. Deze 4 stapels worden boven de 7 kolommen geplaatst.

Start met het kijken naar de open kaarten en ontdek of er kaarten zijn die al een plek kunnen krijgen op de aflegtapel naast het spel. Dus heb je azen, leg die op je aflegstapel. Als er echter geen open kaart is, die je op de 4 stapels kunt leggen, dan moet je de kaarten tussen de kolommen gaan verplaatsen om ze te vinden. Voor deze zetten zijn er regels die bestaan uit het verwisselen van kaarten. Verwisselen kan alleen maar van koning naar aas.

 

Op deze manier is het mogelijk om, als er een negen open ligt, hier een kaart met een 10 op te leggen. Maar, pas op dit mag alleen als deze kaart een andere kleur heeft. Dat wil dus zeggen dat je een zwarte kaart alleen maar met een rode kleur kan afwisselen. Blijf de kaarten net zo lang op elkaar leggen totdat er geen beweging meer mogelijk is.

Patience speluitleg

Je mag dus alleen de bovenste kaarten, volledige reeksen of gedeeltelijke reeksen tussen de stapels verplaatsen. Patience spelen betekent ook dat je moet weten dat het mogelijk is om hele groepen kaarten die open liggen in dezelfde kolom, naar een andere kolom te kunnen verplaatsen. Dit mag, zolang de laagste kaart maar kan worden gecombineerd met de kaart in een andere kolom.

Kan je even niet verder, dan kan je de reservestapel gebruiken om te zoeken naar de kaarten die nodig zijn om reeksen op het bord of op de stapels te kunnen neerleggen. Er worden echter punten van afgetrokken elke keer dat alle kaarten in de reservestapel worden overgebracht naar de aflegstapel.

Patience winnen

Een spelletje Patience eindigt als alle 4 de symbolenstapels zijn voltooid.

LET OP: Je kunt niet elke keer winnen !!! Het kan voorkomen dat je vast zit en geen mogelijkheid meer hebt om een kaart te spelen. Dus daar eindigt het spel dan. Nu begrijp je ook de betekenis van de naam Patience beter! (geduld)